Certificaat voor materialen

CERUB-certificaat

CERUB-certificering voor duurzaam gerecycled bandenmateriaal

CERUB-certificatie garandeert dat de van gerecyclede banden afkomstige materialen verantwoordelijk worden geproduceerd en geleverd. De CERUB-certificatie verzekert afnemers en gebruikers dat het bandenmateriaal:

a) is verwerkt onder gecontroleerde omstandigheden
b) is gedocumenteerd voor veilig en zeker gebruik
c) bij het bestemde gebruik veilig is voor gezondheid en het milieu

CERUB-certificatie kan worden toegekend aan recyclers die materialen verwerken en verhandelen die van end-of-life tyres zijn afgeleid.

CERUB-certificatie wordt geverifieerd door geaccrediteerde instelling en gebaseerd op een .zelfverklaard certificeringssysteem. Certificatie is drie jaar lang geldig.

Lees hier meer over deelname aan CERUB: Certificatie verwerven

Wat is duurzaam gerecycled bandenmateriaal?

Materialen die voor CERUB-certificatie voor duurzaam gerecycled bandenmateriaal in aanmerking komen zijn bandensnippers, rubbergranulaat en -poeder. Deze materialen worden geproduceerd uit 100% zuiver bandenmateriaal: er zijn geen aanvullende stoffen toegevoegd, het heeft geen chemische behandeling ondergaan. Hiermee kunnen wij verzekeren dat de kwaliteit van het geproduceerde materiaal gecontroleerd en bekend is.

Alleen bandenmaterialen waarvan de productieketen aan de CERUB-certificeringscriteria voldoet, kunnen een certificaat hebben. De productieketen omvat de afkomst, opslag en sortering van end-of-life banden en de productie en distributie van de geproduceerde bandenmaterialen.

Eindgebruik-specifieke certificering

Alleen bandenmateriaal waarvan de eindgebruiktoepassing bekend is kan voorzien zijn van certificatie. Hierdoor zorgen wij dat het materiaal voldoet aan de kwaliteitsvereisten voor een veilig gebruik in het specifieke gebruik. Dit houdt in dat het certificaat altijd specifiek geldt voor een gedefinieerd gebruik.

Gecertificeerd bandenmateriaal kan worden toegepast in een eindgebruiktoepassing als zodanig, of het kan worden geleverd voor verdere verwerking om te worden gebruikt als component in een mengsel van materialen.

 

Gecertificeerde productieketen

Het CERUB-certificatiesysteem is ontworpen voor bandenrecyclingbedrijven en andere bedrijven die materialen produceren en leveren die afkomstig zijn van end-of-life banden. Door het CERUB-label te gebruiken, verbindt de organisatie zich ertoe correct deel te nemen binnen een verantwoorde en transparante productieketen. De keten omvat verschillende stadia van de afkomst van oude banden tot de levering van de geproduceerde materialen.

Bevoorrading

Bij bevoorrading worden end-of-life banden ingezameld bij inzamelpunten, zoals bandenwerkplaatsen, bandenleveranciers, autobedrijven en autosloopbedrijven. De inzamelpunten verzamelen afgedankte banden van automobilisten. In de bevoorradingsfase, wordt de kwaliteitscontrole uitgevoerd om vreemde materialen en andere afwijkingen in de verzamelde lading te ontdekken.

Opslag en sortering

De verzamelde end-of-life banden worden getransporteerd van het inzamelpunt voor opslag. Voordat de banden in snippers, granulaat of poeder worden verwerkt, worden zij gesorteerd per bandtype. Bij opslag en sortering wordt de kwaliteitscontrole uitgevoerd om vreemde materialen en andere afwijkingen in de lading te ontdekken.

Verwerking

De gesorteerde end-of-life banden worden geleverd aan het verwerkingsbedrijf om ze te verwerken. De verwerking betreft verkleining, een behandeling gericht op het verkleinen van een band in kleine fragmenten of deeltjes. Er kan één technologie of er kunnen meerdere verschillende technologiën toegepast worden. Bij de verwerking wordt de omvang van de deeltjes verkleind, maar blijft de chemische samenstelling gelijk aan die van de oorspronkelijke band. Bij de verwerking wordt de kwaliteitscontrole uitgevoerd om te zorgen dat het geproduceerde materiaal voldoet aan de gedefinieerde set kwaliteitscriteria, de kwaliteitsspecificaties voor het materiaal.

Distributie

Na verwerking wordt het geproduceerde van banden afgeleide materiaal geleverd voor eindgebruik met toepasselijke gebruikersinformatie. Materiaaldistributie op de markten kan plaatsvinden door de verwerkende organisatie, de detailhandel of een andere ondernemer die materiaal verkoopt of het beschikbaar stelt voor eindgebruik. Het gebruik van het materiaal maakt geen deel uit van het certificatiesysteem.

Kwaliteitscontrole en veiligheidsmanagement

Elk stadium van de productieketen bevat kwaliteitscontrole en veiligheidsmanagement. Het doel van het veiligheidsmanagement is ervoor te zorgen dat de activiteiten van de organisatie veilig zijn voor de werknemers, de bevolking en het milieu. Met kwaliteitscontrole zorgt de organisatie dat het uit banden geproduceerde materiaal de vereiste kwaliteit heeft. Het materiaal moet voldoen aan de specificaties die gelden voor het einddoel.

Certificatieprincipes

De principes en criteria vastgelegd in CERUB specificeren de condities voor de verlening van de certificering en het toestaan van het gebruik van het CERUB-label. Het CERUB-label garandeert dat het materiaal met het label, afkomstig van end-of-life banden, is geproduceerd en geleverd conform de volgende zes principes:

Principe 1

Naleving van wet- en regelgeving

Principe 2

Getraceerde materiaalstromen

Principe 3

Beschikbaarheid en geldigheid van CERUB-informatie

Principe 4

Verbetering van de veiligheid en gezondheid op het werk

Principe 5

Goede milieuprestaties

Principe 6

Kwaliteitsborging en toepasselijke gebruikersinformatie

Certificatiecriteria

1. Naleving van wet- en regelgeving

1.1 De Organisatie en haar onderaannemers in de Productieketen zijn wettelijk geregistreerde bedrijven

1.2 De Organisatie heeft een ondertekende overeenkomst met alle onderaannemers.

1.3 De onderaannemers verstrekken de Organisatie jaarlijks een overzicht van hun financiële, juridische en fiscale status.

1.4 De toepasselijke wetgeving, met inbegrip van de anticorruptiewetgeving, en andere voorschriften betreffende de Productieketenactiviteiten en van ELT-afgeleide rubbermaterialen moeten worden geïdentificeerd en gedocumenteerd.

1.5 De wettelijke en andere vereisten worden opgenomen in de Organisatie.

1.6 De toepasselijke wetgeving en andere vereisten, alsook de actualisering van de opname van de vereisten worden minimaal jaarlijks en steeds na een Ongeluk, Incident of Bijna-Ongeluk in het geval van een klacht van een klant, en in samenhang met eventuele belangrijke wijzigingen in de Organisatie of in de Productieketen, herzien.

1.7 Er moet een Klokkenluidersregeling voor werknemers om vermoedelijk wangedrag, illegale handelingen of andere tekortkomingen te melden, worden vastgesteld en uitgevoerd.

1.8 Gemeld wangedrag en gemelde tekortkomingen worden beoordeeld en de noodzakelijke corrigerende en preventieve maatregelen worden door het management van de organisatie zonder onnodige vertraging genomen.

1.9 In geval van Wetsovertreding of enige vorm van corruptie wordt een Analyse van de onderliggende oorzaken uitgevoerd en worden adequate disciplinaire, corrigerende en preventieve maatregelen vastgesteld en uitgevoerd.

2. Getraceerde materiaalstromen

2.1 Alle locaties waar End-of-life banden of van ELT-afgeleide materialen worden ingekocht, opgeslagen, verwerkt of gedistribueerd, moeten worden gedocumenteerd. De documentatie bevat het adres van de site en de contactgegevens van een verantwoordelijke persoon.

2.2 Alle End-of-life banden of van ELT-afgeleide materialen die worden ontvangen op locaties, in welke fase van de productieketen dan ook, moeten worden gedocumenteerd met hun gewicht of volume en de bron van oorsprong.

2.3 Alle End-of-life banden of van ELT-afgeleide materialen die worden gedistribueerd vanuit alle locaties in de *productieketen, moeten worden gedocumenteerd met hun gewicht of volume en de ontvanger van het materiaal.

2.4 Documenten en facturen moeten ten minste drie jaar worden bewaard of zoals geregeld in de toepasselijke wetgeving.

3. Beschikbaarheid en geldigheid van CERUB-informatie

3.1 De betrokkenheid van het management van de Organisatie ten aanzien van de beginselen en doelstellingen van de CERUB is openbaar en wordt ten minste om de drie jaar herzien.

3.2 De documenten worden zodanig geregistreerd en opgeslagen dat actuele informatie eenvoudig toegankelijk is voor werknemers en andere bevoegde personen voor wie de informatie essentieel is voor de effectieve uitvoering van de CERUB-criteria.

3.3 Alle informatie over de Organisatie en van ELT-afgeleide rubbermaterialen wordt op verzoek onverwijld ter beschikking van de autoriteiten gesteld.

3.4 De Organisatie voert jaarlijks interne evaluaties (interne audits) uit om de actualisering van de CERUB-criteria binnen de productieketen te onderzoeken. Indien de Organisatie in meerdere eenheden of locaties actief is, wordt elke eenheid of locatie ten minste eenmaal per periode van drie jaar geëvalueerd. De activiteiten die in het hoofdkwartier worden uitgevoerd, worden jaarlijks geënquêteerd.

4. Verbetering van de veiligheid en gezondheid op het werk

4.1 Gezondheids- en veiligheidsrisico’s op het werk in de productieketen worden beoordeeld (Risicobeoordeling). De beoordeling omvat risicovoorspellende, preventieve en beperkende Procedures.

4.2 De Risicobeoordeling wordt minimaal jaarlijks en altijd na een Ongeluk, Incident of Bijna-Ongeluk, en in samenhang met eventuele grote veranderingen in de Organisatie of in de Productieketen herzien.

4.3 In het geval van een Ongeluk, Incident of Bijna-Ongeluk moet een Analyse van de onderliggende oorzaken worden uitgevoerd en moeten adequate herstel- en preventiemaatregelen worden gedefinieerd en uitgevoerd. De corrigerende en preventieve maatregelen worden genomen op een niveau van gedetailleerdheid, schaal en urgentie dat evenredig is met het bestaande risico van een negatief effect.

4.4 De werknemers worden betrokken bij de Risicobeoordeling, Analyse van onderliggende oorzaken en planning van het risicobeheer procedures.

4.5 Instructies voor veilige werkpraktijken in het dagelijkse werk worden opgenomen in de werkspecifieke introductie en werkinstructies van de werknemers.

4.6 Als voor de functie specifieke kwalificaties, vergunningen of bekwaamheden van de werknemers vereist zijn, wordt de geldigheid van deze kwalificaties, vergunningen of bekwaamheden gewaarborgd.

4.7 De opleiding om het bewustzijn, de kennis en de vaardigheden van de werknemers voor veilige werkpraktijken te waarborgen, wordt gepland en gehouden. De frequentie en de inhoud van de opleidingssessies moeten worden gepland om te voldoen aan de behoeften van de werknemers en aan de vereisten van hun beroepsverantwoordelijkheden.

4.8 De toereikendheid en toepasbaarheid van de geplande opleidingen en de toegepaste instructies worden ten minste om de twee jaar en altijd in samenhang met Gezondheid en veiligheid op het werk Risicobeoordeling, Analyse van onderliggende oorzaken en bij elke belangrijke wijziging in de Organisatie of in de Productieketen beoordeeld.

4.9 Stimuleringsprocedures voor werknemers worden gepland en uitgevoerd om werknemers aan te moedigen bij te dragen aan het onderhoud en de ontwikkeling van Gezondheid en veiligheid op het werk in de productieketen.

4.10 Er wordt een tijdig mechanisme voor de melding van eventueel voorkomende Gezondheids- en veiligheidstekortkomingen op het werk vastgesteld en ten uitvoer gelegd.

4.11 De gerapporteerde tekortkomingen worden geëvalueerd en de nodige herstel- en preventiemaatregelen worden door het management van de organisatie zonder onnodige vertraging genomen.

5. Goede milieuprestaties

5.1 De milieurisico’s in de Productketenactiviteiten worden beoordeeld (Risicobeoordeling). De beoordeling omvat risicovoorspellende, preventieve en beperkende Procedures.

5.2 De Risicobeoordeling wordt minimaal jaarlijks herzien en altijd na een Ongeluk, Incident of Bijna- Ongeluk, in het geval van een klacht van een klant en in verband met belangrijke veranderingen in de Organisatie of in de Productieketen.

5.3 In het geval van een Ongeluk, Incident of Bijna-Ongeluk moet een Analyse van onderliggende oorzaken worden uitgevoerd en moeten adequate herstel- en preventiemaatregelen worden gedefinieerd en uitgevoerd. De corrigerende en preventieve maatregelen worden genomen op een niveau van gedetailleerdheid, schaal en urgentie dat evenredig is met het bestaande risico van een negatief effect.

5.4 De werknemers worden betrokken bij de Risicobeoordeling, Analyse van onderliggende oorzaken en planning van het risicobeheer Procedures.

5.5 Instructies om bij de dagelijkse werkzaamheden rekening te houden met milieuaspecten worden opgenomen in de werkspecifieke inleiding en werkinstructies van de werknemers.

5.6 Er wordt een opleiding gepland en gehouden om het bewustzijn, de kennis en de vaardigheden van de werknemers om de milieuprestaties te verbeteren, te waarborgen. De frequentie en de inhoud van de opleidingssessies moeten worden gepland om te voldoen aan de behoeften van de werknemers en aan de vereisten van hun beroepsverantwoordelijkheden.

5.7 De toereikendheid en toepasbaarheid van de geplande opleiding en de toegepaste instructies worden ten minste om de twee jaar en altijd in samenhang met een milieu Risicobeoordeling, Analyse van onderliggende oorzaken en bij elke belangrijke wijziging in de Organisatie of in de Productieketen herzien.

5.8 Stimuleringsprocedures voor werknemers worden gepland en uitgevoerd om werknemers aan te moedigen bij te dragen aan het behoud en de ontwikkeling van de milieuprestaties in de productieketen.

5.9 Er wordt tijdig een mechanisme voor de melding van eventueel optredende milieudeficiënties door de werknemers vastgesteld en geïmplementeerd.

5.10 De gerapporteerde tekortkomingen worden geëvalueerd en de nodige herstel- en preventiemaatregelen worden door het management van de organisatie zonder onnodige vertraging genomen.

6. Kwaliteitsborging en toepasselijke gebruikersinformatie

6.1 De Organisatie definieert de Materiële kwaliteitsspecificaties die essentieel zijn voor het veilige eindgebruik van het materiaal. De Materiële kwaliteitsspecificaties moeten ten minste zijn gebaseerd op de geldende normen, wettelijke en andere voorschriften inzake het beoogde eindgebruik van de van ELT-afgeleide rubbermaterialen. Bij de distributie van materiaal naar meerdere landen wordt in de Organisatie aangegeven welke regelgeving in het betreffende land van toepassing is.

6.2 De Organisatie definieert en implementeert toepasselijke Kwaliteitscontroleprocedures binnen de Productieketen om ervoor te zorgen dat de Materiële kwaliteitsspecificaties van de gedistribueerde van ELT-afgeleide rubbermaterialen worden nageleefd.

6.3 De Kwaliteitscontroleprocedures omvatten een bemonsteringsplan. Het doel hiervan is na te gaan of het gedistribueerde van ELT-afgeleide rubbermateriaal voldoet aan de gedefinieerde Materiële kwaliteitsspecificaties. Alle bemonsteringen en analyses worden uitgevoerd volgens Gestandaardiseerde methoden en de resultaten van de analyse worden in consequent gespecificeerde eenheden gerapporteerd.

6.4 De Kwaliteitscontroleprocedures worden ten minste om de twee jaar herzien, en altijd in samenhang met opmerkelijke afwijkingen of grote veranderingen in de gebruikte grondstof, de productieprocessen of de omstandigheden van de Eindgebruik toepassing. De kwaliteitscontroleprocedures worden ook geëvalueerd in samenhang met relevante wijzigingen in de toepasselijke normen, standaarden, wettelijke of andere voorschriften, en in samenhang met andere omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de potentieel optredende gevolgen van het materiaal voor het milieu en de volksgezondheid.

6.5 Indien zich gevallen van non-conformiteit voordoen in de Kwaliteitscontroleprocedures of de kwaliteit van het materiaal, wordt een Analyse van onderliggende oorzaken uitgevoerd en worden adequate herstel- en preventiemaatregelen vastgesteld en uitgevoerd. De corrigerende en preventieve maatregelen worden genomen op een niveau van gedetailleerdheid, schaal en urgentie dat evenredig is met het bestaande risico van een negatief effect.

6.6 Het van ELT-afgeleide rubbermateriaal wordt geleverd met relevante, gedocumenteerde gebruikersinformatie, die advies geeft over de veilige hantering, opslag en toepassing en over de recycling of verwijdering van materialen na gebruik.